De Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) heeft ter ondersteuning van het onderzoek in de Eerste Kamer een notitie bij de Commissie aangeleverd. De notitie bevat vragen die in het kader van de behandeling van de WWZ in de Eerste Kamer aan de minister van SZW kunnen worden gesteld. Volgens de VAAN is tijdens de plenaire behandeling van de WWZ in de Tweede Kamer onvoldoende rekening gehouden met de input van wetenschap en praktijk. De VAAN signaleert bovendien dat in de praktijk onvoldoende duidelijk is welk gedeelte van de WWZ al per 1 juli 2014 in lijkt te gaan. In een eerder artikel hebben wij u al op deze wijzigingen willen voorbereiden.

 

Voor de duidelijkheid voor u hierbij nogmaals op een rij welke maatregelen, onder voorbehoud van instemming van de Eerste Kamer, per 1 juli aanstaande in gaan:

  • Aanzegplicht: de werkgever moet, op straffe van een vergoeding van maximaal één maandsalaris, de werknemer met een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden uiterlijk één maand voor de einddatum informeren (i) over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en (ii) bij voortzetting, over de arbeidsvoorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten. De aanzegplicht geldt pas voor arbeidsovereenkomsten die eindigen ná 1 augustus 2014.
    De aanzegplicht geldt niet voor arbeidsovereenkomsten waarbij het einde niet op een kalenderdatum is gesteld. Ook voor overeenkomsten met een uitzendbeding geldt de aanzegtermijn niet.
  • Proeftijd: er kan geen proeftijd meer worden overeengekomen in arbeidsovereenkomsten van ten hoogste zes maanden. In arbeidsovereenkomsten langer dan zes maanden blijft een proeftijdbeding mogelijk.
  • Concurrentiebeding: een concurrentiebeding mag in beginsel alleen worden overeengekomen in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd en met meerderjarige werknemers. Voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt dat een concurrentiebeding alleen nog maar  is toegestaan als bij het beding een schriftelijke motivering is opgenomen waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
  • Uitzendbeding: de afwijkingsmogelijkheid bij cao van het uitzendbeding wordt gemaximeerd op 78 weken.
  • Oproepkrachten: de mogelijkheid om loondoorbetaling bij het niet doorgaan van een oproep uit te sluiten, wordt  zowel voor de reguliere arbeidsovereenkomst (maximaal 18 maanden) als de uitzendovereenkomst (maximaal 78 weken) beperkt. Verdere afwijking bij cao is slechts toegestaan bij werkzaamheden in functies die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang kennen

Voor de proeftijd, het concurrentiebeding, het uitzendbeding en oproepkrachten gelden voor wat betreft het overgangsrecht de volgende uitgangspunten:

  1. Het oude recht blijft van toepassing op arbeidsovereenkomsten aangegaan vóór 1 juli 2014;
  2. Op arbeidsovereenkomsten aangegaan op of na 1 juli 2014 wordt het nieuwe recht van toepassing;
  3. Als gebruik is gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid bij cao, dan blijft die afwijkingsmogelijkheid gelden tot de expiratiedatum van die cao, maar maximaal tot 1 januari 2016.

N.B. De datum inwerkingtreding van de nieuwe ketenregeling is verschoven naar 1 juli 2015. Per 1 juli 2015 gaan ook de wijzigingen van het ontslagrecht in.

Vragen?

Heeft u vragen over deze veranderingen, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.