Ontbindingsverzoek
Werkneemster was al sinds 1995 ziek en daarom was de arbeidsomvang van haar arbeidsovereenkomst reeds aangepast naar 19,8 uur per week. Werkgever vroeg ontbinding zonder toekenning van een ontslagvergoeding, omdat werkneemster opnieuw was uitgevallen gedurende een periode van meer dan twee jaar. Volgens werkgever was er geen mogelijkheid tot werkhervatting of andere passende arbeid. Werkgever was evenwel bereid een arbeidsovereenkomst voor drie uur per week aan te bieden. Voor deze drie uren per week was werkneemster nog wel arbeidsgeschikt. Het UWV had eerder een ontslagvergunning geweigerd, omdat werkneemster nog drie uur passende arbeid verrichtte.
Uitspraak
De kantonrechter concludeert dat werkgever in feite de beleidsregels van het UWV WERKbedrijf probeert te omzeilen door een ontbindingsprocedure aan te vangen. De beleidsregels staan namelijk niet toe dat een ontslagvergunning voor deeltijdontslag wordt verstrekt. Door toch te ontbinden, zou de kantonrechter aan het stelsel van ontslagbescherming en sociale zekerheid tornen. Verder is niet gebleken van een zeer zwaarwegende verandering van omstandigheden die een dadelijke of spoedige beëindiging van haar arbeidsovereenkomst noodzakelijk maakt. De kantonrechter wijst daarom het ontbindingsverzoek af.
Vragen?
Heeft u nog vragen over Arbeidsongeschiktheid en deeltijdontslag, neemt u dan contact op met ons team arbeid, medezeggenschap en mediation.