Ketenregeling ontdoken door werkgever?

Het hof Arnhem heeft zich op 28 juni 2011 over toepassing van de ketenregeling bij seizoensarbeid gebogen. De werknemer werkte sinds 1994 steeds op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van maart van enig jaar tot omstreeks 1 november van datzelfde jaar. Er ontstond geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd omdat er tussen de contracten steeds meer dan drie maanden zat. De werknemer werd op enig moment arbeidsongeschikt wegens ziekte waarop de werkgever besloot de werknemer geen arbeidsovereenkomst meer aan te bieden. De werknemer is het hier niet mee eens en stelt dat de werkgever de ketenregeling ontduikt en hem een arbeidsovereenkomst zou moeten worden aanbieden.

Oordeel

De kantonrechter en het hof in hoger beroep wijzen de vordering van de werknemer af. Van ontduiking van het stelsel van artikel 7:668a BW is niet reeds sprake indien partijen overeenkomen dat de werknemer eerst na een periode van drie maanden weer in dienst treedt. Er was hier sprake van seizoensarbeid, waarbij er in de winterperiode inderdaad geen werk voor de werknemer was. Daarnaast was de werknemer ziek geworden gedurende de laatste arbeidsovereenkomst en nog steeds ziek in maart, zodat van de werkgever niet kon worden verwacht de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. Volgens het hof betrof dit geen constructie om de beschermende werking van de ketenregeling te ontduiken. Het hof laat overigens in het midden of de werknemer zich na afloop van de arbeidsovereenkomst nog kan beroepen op het goed werkgeverschap, noch gaat het hof in op de door de werknemer gestelde duurovereenkomst.

Vragen?

Heeft u vragen over de ketenregeling, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.