Bijzonderste wijzigingen

De meest in het oog springende wijzigingen in dit woonakkoord ten opzichte van het regeerakkoord zijn als volgt:

  • De jaarlijkse huurverhoging per inkomensgroep gaat voor de groep die meer dan € 43.000 verdient met maximaal 4% boven de inflatie omhoog in plaats van 6,5%;
  • De verhuurderheffing voor verhuurders van meer dan 10 woningen, dus met name woningbouwcorporaties, zal in 2017 oplopen tot € 1,7 miljard in plaats van ruim € 2 miljard;
  • De BTW voor verbouwingen en renovatiewerken in bestaande bouw wordt per 1 maart 2013 gedurende één jaar verlaagd van 21% naar 6%;
  • Het Woningwaarderingstelsel blijft van kracht. De hoogte van de maximale huur blijft daarmee gekoppeld aan het puntenaantal en niet aan de WOZ-waarde;
  • Huurders die eerder een inkomensafhankelijke huurverhoging hebben gekregen krijgen recht op een huurverlaging in geval van een inkomensdaling tot het niveau van de huur die ze zouden hebben moeten betalen zonder de eerdere verhoging;
  • De aflossingstermijn voor hypotheken blijft 30 jaar, maar er komt wel de mogelijkheid om naast de hypotheek een tweede lening af te sluiten tot een maximum van 50% van de waarde van de woning of een looptijd van 35 jaar. Deze tweede lening zal overigens niet van de belastingen kunnen worden afgetrokken;
  • Het wordt aantrekkelijker gemaakt kantoorpanden tot woonruimte om te bouwen;
  • De privacy van de huurder wordt gewaarborgd, doordat bij inkomensgerelateerde huurverhogingen de huurder geen inkomensgegevens zal hoeven te leveren aan de verhuurder. De Belastingdienst zal de verhuurder slechts berichten over de inkomenscategorie waar hun huurders toebehoren;
  • Er komt een investeringsfonds dat € 150 miljoen beschikbaar stelt voor energiebesparende maatregelen ten behoeve van huiseigenaren;
  • De Rijksbijdrage aan de starterslening van de SVN wordt in 2013 opgehoogd van € 20 miljoen naar € 50 miljoen.

Vragen?

Heeft u vragen over het woonakkoord, neemt u dan contact op met ons team vastgoed