Casus

Een werknemer is sinds januari 2002 in dienst bij werkgever. Sinds november 2006 heeft de werknemer niet meer gewerkt in verband met knieoperaties en een auto-ongeval. Desondanks neemt de werknemer in september 2007 deel aan de Dam tot Damloop. Dit vertelt hij zijn werkgever niet. Na een tip van de bedrijfsarts komt de werkgever hierachter en dient hij verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in.

Oordeel

Volgens de kantonrechter heeft de werknemer zijn re-integratieverplichtingen veronachtzaamd door zonder voorafgaande toestemming van zijn werkgever deel te nemen aan de Dam tot Damloop. De kantonrechter ontbindt vervolgens de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden. Ondanks de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden, kent het UWV de werknemer een WW-uitkering toe. De werkgever, die een eigen risicodrager is en aldus zelf verantwoordelijk is voor betaling van de WW-uitkering aan de werknemer, komt hiertegen in bezwaar. De rechtbank oordeelt dat er sprake is geweest van verwijtbare werkeloosheid aan de kant van de werknemer en dat het UWV hem ten onrechte een WW-uitkering heeft toegekend.

Hoger beroep

In hoger beroep betogen zowel de werknemer als het UWV dat de arbeidsongeschiktheid van de werknemer meer oorzaken heeft dan alleen knieklachten en dat niet is gebleken dat hij door zijn deelname aan de marathon zijn genezing of re-integratie heeft belemmerd. De Centrale Raad van Beroep gaat hier niet in mee en oordeelt dat de werknemer zich tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zodanig heeft gedragen dat van de werkgever redelijkerwijs niet kon worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Dit is geheel verwijtbaar aan de werknemer. Het UWV had de WW-uitkering aan de werknemer blijvend geheel moeten weigeren en wordt opgedragen dit alsnog te herstellen.

Vragen?

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.